De Bharata Natyam is de klassieke dans van Zuid-India. Met een
traditie die meer dan 2.000 jaar teruggaat, wordt zij de oudste
van de Indiase dansen genoemd. De schrijver Bharata heeft omstreeks
100 voor Christus in de Natya Shastra (het eerste boek met uitgebreide
behandeling van muziek- en danskenmerken) de elementen van deze dans
omschreven.
Evenals bij odissi waren de danseressen als devadasi (dienaren van god)
verbonden aan de tempels. Ze behoorden tot een speciale kaste en
werden op jonge leeftijd aan de tempelgod uitgehuwelijkt. Daarna
leefden ze binnen de tempelmuren waar zij een opleiding kregen in
dans en muziek. De tempelcomplexen waren van oudsher plaatsen waar
kunst en wetenschap volop bloeiden, met steun van koningen en welgestelden.
Met muziek en dans werden er eeuwenlang mythologische drama's op
rituele wijze ten tonele gevoerd. De laatste eeuwen is de reputatie
der devadasi's geleidelijk in verval geraakt vanwege de associatie met
tempelprostitutie.
De herleving van bharata natyam is in belangrijke mate te danken aan Rukmini
Devi. Deze in 1986 op 81-jarige leeftijd overleden pionier stichtte in
1936 in Madras de Kalakshetra Academy of Arts. Zij nam in die tijd dansles
bij een bekende leraar van de Pillaifamilie uit Pandanallur
(nabij Tanjore) en mede dankzij het feit dat zij zelf uit de
Brahmanenkaste afkomstig was, wist zij het taboe rond deze tempeldansen
te doorbreken en in hogere kringen waardering te wekken voor deze sierlijke
dans.
Door middel van dansen werden de Hindoe mythen en verhalen op een
aantrekkelijke en aanschouwelijke wijze op de bevolking
overgebracht. De dansen beelden verhalen uit over de zoektocht naar de
geliefde, het goddelijke, of beschrijven een deel van het leven van een van de vele Hindoe
goden. Sommige dansen zijn abstract en puur technisch, bedoeld om de
schoonheid van de dans en de vaardigheid van de danser te
tonen.